De Rachel Borzykowskipenning is een blijk van waardering aan personen die een belangrijke bijdrage leveren aan de doelstelling van Stichting Sobibor.
Deze penning is vernoemd naar de eerste echtgenote van Jules Schelvis, de oprichter van Stichting Sobibor.

Rachel Borzykowski is geboren op 2 maart 1923 in Amsterdam. Haar ouders emigreerden na de Eerste Wereldoorlog wegens het in Polen heersende antisemitisme naar Nederland. Zij vestigden zich in Amsterdam. In 1921 werd hun eerste dochter Hella geboren, gevolgd in 1923 door Rachel. Hun derde kind Herman kwam in 1927 ter wereld.

Het gezin groeide en bloeide in welvaart en voorspoed. Bij de Borzykowski’s thuis in de Nieuwe Kerkstraat bruiste het van activiteiten. Met vrienden en belangstellenden werden boeken gelezen, soms in het Jiddisch, maar werd ook van gedachten gewisseld over allerlei onderwerpen. In deze gastvrije en warme omgeving groeiden de kinderen op. Na de lagere school werd Rachel naaister op een japonnenatelier.

Oorlog

Op 10 mei 1940 brak in Nederland de oorlog uit. Het dagelijks leven onder Duitse bezetting ging voor Joden in het begin vrijwel gewoon door, maar de steeds talrijker wordende anti-Joodse maatregelen drukten gaandeweg een zware last op hun schouders. Dat de maatregelen het voorspel zouden worden van de vrijwel totale ondergang van het Jodendom in Nederland kon zich bijna niemand voorstellen.

Juist in die dagen leerden Jules en Rachel elkaar kennen. Rachel kreeg door haar werk als japonnennaaister een sper in haar persoonsbewijs, hetgeen betekende dat ze voorlopig van deportatie werd vrijgesteld, terwijl Jules bij drukkerij Lindenbaum, zonder sper, als Jood werd ontslagen.

Toen in het najaar van 1941 bekend werd gemaakt dat buitenlandse Joden zich moesten melden ‘voor werk elders’, gold dat ook de kinderen Borzykowski, hoewel ze in Nederland waren geboren. Rachel en Jules besloten op 18 december 1941 te trouwen om zodoende de Nederlandse nationaliteit voor haar te verwerven en daarmee deportatie te voorkomen. Maar vanaf 15 juli 1942 werden zowel buitenlandse als Nederlandse Joden naar Auschwitz gedeporteerd.
Toch wisten Rachel en Jules het in Amsterdam tot de dag van 26 mei 1943 redelijk uit te houden. Op die dag werden ze door de Duitse Ordnungspolizei in hun woning gearresteerd. De sperren met vrijstellingen golden plotseling niet meer.
Via de verzamelplaats op het Jonas Daniël Meijerplein werden ze met trams naar het Muiderpoortstation gereden om ’s avonds in het doorgangskamp Westerbork aan te komen.

Na zes dagen Westerbork werden Rachel en Jules naar het onbekende ‘oosten’ gedeporteerd.
Jules werd bij aankomst in Sobibor voor werk elders aangewezen.
Voor Rachel heeft het niet zo mogen zijn.

In nagedachtenis van Rachel Borzykowski reikt Stichting Sobibor de naar haar genoemde penning en een geldbedrag van € 500,– uit.

De volgende personen ontvingen de Rachel Borzykowskipenning: