Groter dan ooit was de groep die op 17 april jl. naar Sobibor vertrok, 32 personen. Zoals ieder jaar bestond hij uit nabestaanden die al dan niet een steen aan de Gedenklaan hadden laten plaatsen, andere belangstellenden en een viertal statenleden van de provincie Gelderland. Hoofddoel van de reis: onze doden te gedenken op de plaats waar zij vermoord waren.

Dat gebeurde op de eerste dag, toen wij na een historische rondleiding lang in de Gedenklaan waren. Ieder jaar weer is het een bijzondere ervaring om daar te zijn. Hij ligt er prachtig bij, met zijn vele, kleine natuurstenen met zwarte naamplaten, omzoomd door rijen snel groeiende, groene sparren, waaraan nu zware sparappels hingen. Het geheel omgeven door hoog oprijzend, ‘schuldig’ dennenbos, dat als gevolg van de langdurige archeologische onderzoekingen van de laatste jaren niet meer zo heel dicht is, maar dat toch nog een goede indruk geeft van hoe dicht het bos moet zijn geweest dat op dat terrein geplant is na de opstand in oktober 1943 en de volledige afbraak van het vernietigingskamp. Dankzij het prachtige zomerweer dat ons onverwacht verraste, zorgde de warme zon aan de diepblauwe hemel voor een wonderlijk mooi spel van licht en schaduw op de keurig aangeharkte grond van de Gedenklaan. Voor velen, die hier voor de eerste keer waren, maar ook voor de ‘recidivisten’ van de organisatie, een schouwspel om nooit te vergeten, temeer daar de onschuldige vogeltjes prachtig zongen. Iedereen zocht zijn of haar steen. Velen bleven staan bij stenen van bekenden, of bij algemeen bekende namen. Hier en daar werd een (van thuis meegenomen) steentje gelegd, een kaarsje gebrand, overal stonden mensen ontroerd stil, armen om elkaars schouders geslagen, in een onuitgesproken behoefte aan morele steun. Het maakt ieder jaar opnieuw stil, te zien wat deze mogelijkheid om mensen als persoon te herdenken de reisgenoten doet.  De gezamenlijke, eenvoudige herdenking daarna bij de zogenaamde Asheuvel is er, ook ieder jaar opnieuw, indringender, indrukwekkender en eensgezinder door. Voorafgegaan door een mooi gedicht en het Jizkor worden de namen genoemd van al die vaders, moeders en kinderen, gevolgd door het kaddisj en een paar minuten stilte.  Ook wie zelf geen familie hoeft te herdenken geeft uiting aan zijn emoties door vrijwillig een paar namen te noemen van buurtgenoten, buren, klasgenoten die hier werden omgebracht, of men noemt een paar namen uit de door de organisatie altijd meegebrachte, bijna oneindig grote voorraad.

Dat zo’n dag wordt afgesloten met een diner dat speciaal voor deze groep wordt bereid en in een mooie omgeving wordt aangeboden is een gegeven, dat door iedere reisgenoot als een geschenk wordt ervaren aan het einde van de indrukwekkende eerste dag van onze reis naar Sobibor.

De tweede dag staat meer in het teken van de educatieve samenwerking met leerlingen en leraren uit de omgeving van Sobibor. Wij begroetten hen in de voormalige synagoge van Wlodawa, waar net als vorig jaar een tentoonstelling van door hen gemaakte kunstwerken op het thema Sobibor stond opgesteld. Bij de prijsuitreiking bleken de leerlingen verguld met de door ons meegenomen kleine prijsjes.

Tezamen met de leerlingen zetten we de rondleiding, die we de vorige dag begonnen waren, voort door het lezen van getuigenverklaringen op de plaatsen zelf.

In Sobibor aangekomen splitsten we ons in twee groepen: de leerlingen die onze historische rondleiding van de vorige dag kregen en de Nederlandse groep, die zich met de naoorlogse geschiedenis van het kampterrein bezighield.

Wij ontmoetten elkaar weer voor een gezamenlijke herdenking bij de zogenaamde Asheuvel, waarbij de leerlingen het resultaat van hun op school gedane projectwerk presenteerden en wij allen nog eens in stilte de doden herdachten, gevolgd door het kaddisj. Tenslotte gingen we samen door de Gedenklaan, waar wie dat wilde de vragen van de leerlingen beantwoordde en vertelde over de mensen voor wie wij onze lange reis naar deze plek gemaakt hadden. Met dankbare ontroering zagen wij de leerlingen een gele bloem bij onze stenen leggen en hier en daar een uitgewaaid kaarsje opnieuw aansteken.

Net als vorige jaren bleek ook tijdens deze reis dat de combinatie van herdenken en werken aan de toekomst een vruchtbare formule is. Het is dan ook zeer verheugend dat het aantal deelnemende jonge mensen en belangstellende scholen, die zich na vele jaren eindelijk bewust lijken te zijn geworden van wat er zich in hun directe omgeving heeft afgespeeld, ieder jaar groeit.

Rozette Kats