Mijn tante Mietje Cohen-Nieweg

Mietje Cohen-Nieweg is op 27-10-1910 in Slochteren geboren en op 23-07-1943 in Sobibor vermoord. Zij was een dochter van Benjamin Nieweg (1871-1943) en Sophia Bamberger (1877-1943), en was de jongste uit een gezin van drie kinderen. Haar zuster Geertje is met haar echtgenoot Simon van Hasselt en hun dochters Hermi Sophia (14) en Sophia Kaatje (9) op 12-02-1943 in Auschwitz vermoord. Haar broer Meijer zat op het eerste transport naar Auschwitz op 15 juli 1942 en is daar op 18-08-1942 vermoord.

Mietje was naar haar grootmoeder Mietje Bamberger-Cohen genoemd. Ze ging vaak uit dansen met haar vriendinnen, en werd door iedereen als lief en zorgzaam bestempeld. Meijer en Mietje waren lid van de zang- en toneelvereniging Harmonie in Appingedam en namen deel aan hun uitstapjes, o.a. naar Schiermonnikoog. Ze staan beiden op een aantal foto’s van toneeluitvoeringen. Na afloop van een uitvoering werd het gezelschap uitgenodigd bij de familie Nieweg, waar hun moeder lekkere hapjes had voorbereid.

Mietje was getuige bij het huwelijk van haar broer Meijer met Magalena (Mies) Wolf op 8 mei 1940, twee dagen vóór de Duitse invasie, in Heerenveen. Het was een dubbel huwelijk, want Johanna Wolf, de oudere zuster van Mies, trad toen ook in het huwelijk met Abraham Tof. Beide huwelijken werden ingezegend door opperrabbijn Abraham Salomon Levisson, die op 25 april 1945 is omgekomen in Tröbitz. Hermi en Sophia van Hasselt, de dochtertjes van hun zuster Geertje, waren bruidsmeisjes.

 

Achterste rij van links naar rechts: Mietje Nieweg, Hermi Kaatje Sophia van Hasselt, Meijer Nieweg, Magalena Johanna Wolf, Johanna Magalena Wolf, Abraham Tof
Voorste rij van links naar rechts: Johan Spier en Levie Spier, Sophia Kaatje van Hasselt, Greta Vrenkel  en Johanna Vrenkel

Mietje is op 16 maart 1942 met Lowie Cohen voor de burgerlijke stand getrouwd. Hun choepa vond plaats op 27 juli 1942 in Appingedam, waarschijnlijk een van de laatste choepa’s die in de synagoge in de Broerstraat werden gehouden. Hermie en Sophia functioneerden wederom als bruidsmeisjes, en zoals op het kiekje is te zien, droegen ze alle vier de verplichte gele ster. Dit keer is de familie echter niet feestelijk uitgedost: Mietje draagt een gewone jurk met een stuk vitrage als sluier, en de meisjes zijn gekleed in gewone zomerjurken. Mijn vader Meijer was hierbij niet aanwezig, want hij zat toen al in Auschwitz-Birkenau.

Van links naar rechts: Lowie Cohen, Mietje Nieweg, Hermi Kaatje Sophia van Hasselt en Sophia Kaatje van Hasselt

Mietje is na haar burgerlijk huwelijk bij haar schoonfamilie ingetrokken in Termunterzijl, want op haar Joodse Raadkaart staat het adres Termunterzijl A230. Daar zou ze volgens haar inschrijving bij de gemeente Westerbork sinds april 1942 hebben gewoond. Haar schoonouders Joseph Cohen en Marie Thérèse Nieweg hadden een slagerij en verkochten vee. Het gezin bestond verder uit Lowie’s jongere broer Leo en hun ongetrouwde tante Clara. Clara en Marie Thérèse waren zusters van haar vader Benjamin Nieweg: Mietje en Lowie waren dus volle neef en nicht.

Mietje arriveerde op 4 oktober 1942 in Westerbork, een paar maanden na haar echtgenoot. Lowie was lid van de Ordedienst, zodat ze “Sperre” hadden en van transport waren vrijgesteld. Zijn lidmaatschap had echter geen invloed op het lot van zijn ouders en tante, die op 23 november 1942 in Auschwitz werden vermoord, een maand na zijn broer Leo.

Mietje schreef een aantal briefkaarten uit Westerbork naar goede vrienden om hun te laten weten hoe het ging en hoe zeer ze hun goede gaven op prijs stelde. Twee hiervan zijn bewaard gebleven in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork. De eerste kaart schreef ze op juni 1943 in het kamp op haar “schrijfdag” aan de familie Fledderman in Appingedam: “Jullie fijne pakje hebben we ontvangen hoor. En het was dik in orde. Die poffert was heerlijk en het andere konden we ook best gebruiken. Ik heb een gortmoutpudding gemaakt voor ons vieren. Was zoo lekker en voedzaam.” Ze schreef dat ze opgelucht was dat haar ouders nog niet op transport waren gesteld: “Wat een geluk dat pa en moe er nog zijn hè? We zijn er zo blij om.” Dankzij de speciale positie die Lowie innam, hadden ze bepaalde privileges, maar uit haar tweede kaart aan hun vrienden blijkt dat dit slechts uitstel van executie was: “Pa en Moeke en Louis en ik en vele anderen zitten in de trein, het onbestemde tegemoet.” Ze is dankbaar voor alles wat ze voor hen hebben gedaan: “We komen terug. Het pakje krijgt nu een beste vriend van ons.” Deze kaart werd geschreven op 20 juli 1943, de dag van de laatste deportatie naar Sobibor, waar ze drie dagen later werden vermoord.

Mijn oom Lowie (Louis) Cohen

Lowie Cohen is op 12-04-1904 in Termunten geboren en op 23-06-1943 in Sobibor vermoord. Hij was een zoon van Joseph Cohen (1871-1942) en Marie Thérèse Nieweg (1877-1942). Zijn jongere broer Leo is op 30-10-1909 in Termunten geboren en op 30-09-1942 in Auschwitz vermoord. Zijn ouders en tante Clara zijn op 23-11-1942 in Auschwitz vermoord.

Lowie is op 16 maart 1942 met Mietje Nieweg voor de burgerlijke stand getrouwd. Hun choepa vond plaats op 27 juli 1942 in Appingedam. Lowie en Leo zijn, vermoedelijk samen, een paar weken na de choepa in Westerbork aangekomen. Leo werd al op 24 augustus naar Auschwitz gedeporteerd, maar Lowie werd vrijgesteld van transport, omdat hij door de Joodse Raad was aangesteld als lid van de Joodse Ordedienst (OD): bewakers binnen het kamp. In april 1943 verviel deze Sperre echter en hadden de OD’ers geen voorrechten meer.

Toen Louis, Mietje en haar ouders toch op de transportlijst waren geplaatst, was Mietje ervan overtuigd dat er een fout was gemaakt, zoals blijkt uit haar laatste briefkaart: “Louis heeft altijd flink zijn best gedaan, maar door een fout is Louis op de transportlijst geplaatst en zijn we daar de dupe van geworden. De hoge omes hebben allemaal voor Louis gevochten, maar het heeft niet geholpen. We hebben ons plicht hier gedaan, dat weten ze allemaal hier.”

Bron, tekst en foto’s: Sara Kirby-Nieweg (geboren 7 april 1941).

Sara is een kleindochter van Benjamin Nieweg en Sophia Nieweg-Bamberger. Zij is de dochter van Meijer Nieweg en Magalena (Mies) Johanna Nieweg-Wolf (huwelijk 8 mei 1940). Sara en haar moeder Mies overleefden de oorlog op diverse onderduikadressen (eerst samen in het RK-Ziekenhuis Groningen van oktober 1942- februari 1943), daarna gescheiden van elkaar tot de bevrijding in Friesland. Mies overleed op 15 april 1955.

Joods monument:

Meijer Nieweg is op 18 augustus 1942 in Auschwitz vermoord.

Geertje van Hasselt-Nieweg, haar echtgenoot Simon van Hasselt en hun dochtertjes Hermi en Sophia van Hasselt zijn in Auschwitz vermoord:

Mietje Cohen-Nieweg en Louis/Lowie Cohen (haar volle neef) zijn op 23-07-1943 in Sobibor vermoord, tegelijk met haar ouders Benjamin Nieweg & Sophia Bamberger:

Struikelstenen:

https://struikelstenentermunten.nl/persoon/mietje-cohen-nieweg/index.html

https://struikelstenentermunten.nl/waarom-struikelstenen/index.html