Op 11 oktober stapten, onder leiding van Dorothee Kaiser en Alwin Kapitein, 10 elkaar onbekende mensen op de nachttrein richting Polen. Na een lange rit stapten ze als één groep in Lublin uit. Doel van de reis was het bezoeken van de kampen van de Aktion Reinhard, en de plaatsen die hiermee in verbinding stonden.

Maar hoe een reis onder woorden te brengen waarin zoveel beelden, verhalen, informatie, gesprekken, en momenten voorbij komen.

Beelden. Er is veel weg van wat er ooit is geweest. Dan sta je opeens op een stuk asfalt, een eindje buiten Izbica. Onkruid probeert het laatste stukje herinnering weg te duwen. Want dit, zo hoor je, is de plek vanwaar duizenden Joden, doorgevoerd door Izbica, op de treinen werden geduwd en geschopt, op weg naar de vernietiging. Of je loopt door een bos op hele harde grond, tot je beseft dat de grond is bezaaid met grafstenen, en het bos de herinnering aan een Joodse begraafplaats heeft weggevaagd.

Verhalen. Niet alleen de honderdduizenden slachtoffers krijgen een gezicht door foto’s, dagboekfragmenten en brieven, maar ook de ‘ordinary men’ die de kampen bestuurden, de gevangenen bewaakten en de Aktion leidden krijgen een naam, een leven; het waren geen monsters, het waren mensen, en wat door mensen is gedaan, kan opnieuw door mensen worden gedaan. Wat doen wij?

Informatie. Want dit verhaal is een stuk onbekender dan de vernietiging in bijvoorbeeld Auschwitz, maar daardoor niet minder belangrijk, integendeel. Het mag niet vergeten worden. En daarbij zijn het niet alleen de kampen, maar zien we de huizen waar de slachtoffers woonden, de plaatsen waar ze werden weggevoerd.

De opbouw van de reis is goed; vanuit het getto in Lublin, waar daders, omstanders en slachtoffers bijna naast elkaar woonden, via de dorpen, langs prachtige synagoges, verlaten stations naar de kampen. De nazi’s hebben na de opstanden in de verschillende kampen deze met de grond gelijk gemaakt, er bomen geplant en zelfs boerderijtjes gebouwd. Als je de monumenten bezoekt die er nu staan, valt alle informatie weg.

Gesprekken. Want dit verwerken kun je niet alleen. In de bus, bij het ontbijt, op de plaatsen zelf werd veel gepraat; gesprekken die vaak serieus waren, maar ook op goede momenten gezellig. Ook het samen reizen met de Duitse deelnemers van  ‘Bildungswerk Stanislaw Hantz’ en het Poolse ‘Studia Pamieci’ was een verrijking.

Momenten. Een bijzondere bijkomstigheid was dat de herdenking van de opstand in Sobibor, dit jaar 70 jaar geleden, tijdens deze week zou plaatsvinden. Op maandag 14 oktober waren we hier met de hele groep aanwezig. Jules Schelvis kreeg, evenals Philip Bialowitz en Thomas Blatt, een hoge Poolse onderscheiding. Dhr. Blatt begon zijn verhaal om 16.00u. De opstand begon ook om 4 uur ’s middags; een bijzonder historisch moment.

Staatssecretaris van Rijn sprak als slot van zijn toespraak bij die herdenking ‘Sobibor must never be forgotten’. Daar heeft deze reis zeker aan bijgedragen!

Martijn Pellis