
Foto van stapels spullen afkomstig van gedeporteerde Joden, vermoedelijk op de plek van het voormalige Lager 2, waar de sorteerbarakken stonden.
De foto’s die op deze pagina te zien zijn, zijn unieke getuigen van een plaats die bijna uit ons collectieve geheugen verdwenen is: het vernietigingskamp Sobibor. Waar Auschwitz na de oorlog uitgroeide tot een symbool van de Holocaust, raakte Sobibor in de vergetelheid. Toch werden hier ruim 170.000 mensen vermoord, onder wie meer dan 34.000 Nederlandse Joden. Hoewel de beelden al in 2018 werden vrijgegeven door het Russische ministerie van Defensie. zijn ze tot nu toe onbekend gebleven.
Tijdens de productie van de zevendelige podcastserie De Stilte van Sobibor kregen de makers 17 onbekende foto’s uit het Centraal Archief van het Ministerie van Defensie van de Russische Federatie onder ogen, gemaakt op 19 augustus 1944, kort na de bevrijding van het bezette Oost-Polen door Sovjettroepen. Deze beelden werpen nieuw licht op het kamp: ze tonen onder meer het wachthuisje bij de ingang van de Himmelfahrtstrasse, de ‘Rampe’ waar treinen aankwamen, en aangrijpende stapels kinderwagens, servies en wandelstokken. Ook laten ze zien dat delen van het kamp na de opstand van oktober 1943 niet volledig zijn ontmanteld, zoals lang werd aangenomen.
Dit zijn nieuwe en andere beelden dan de in 2015 ontdekte foto’s uit het zogenoemde Niemann-album. Samen geven deze bronnen een completer beeld van Sobibor en de misdaden die daar zijn gepleegd.
De echtheid van de foto’s is bevestigd, onder andere door de familie van overlevende Ursula Stern (Ilana Safran), die op één van de beelden te zien is. Deze foto’s maken zichtbaar wat niet uit te wissen is: een plek waar duizenden Joden hun laatste momenten beleefden.
Met deze beelden en verhalen wil Stichting Sobibor bijdragen aan kennis, herinnering en bewustwording. Luister ook naar de podcast De Stilte van Sobibor om de verhalen achter deze foto’s en andere verhalen te ontdekken.
Sobibor Rapport 19-08-1944, afkomstig uit het Centraal Archief van het Ministerie van Defensie van de Russische Federatie.
Vertaling van de Russische tekst volgt, met enkele redactionele opmerkingen bij feitelijke onjuistheden, onder de foto’s.




Vertaling Sobibor-rapport van 19 augustus 1944
Het vernietigingskamp Sobibor
Langs de spoorlijn Chełm–Brest, op elf kilometer van station Włodawa, ligt het kleine stationnetje Sobibor.
In een dicht dennenbos staan enkele stationgebouwen en halfvervallen huizen. Een vredige, landelijke omgeving… Maar slechts enkele tientallen meters verderop verschijnt een lange omheining van 8–9 rijen prikkeldraad. Op een bordje boven de omheining staat in het Duits en Pools:
“PAS OP, MIJNENVELD.”
Binnen het kamp
Via een kleine poort met een bunker en zware bewaking kon men het kamp betreden. Meteen zag men bergen van persoonlijke bezittingen:
– Oude koffers
– Tientallen kinderwagens
– Resten van damesjurken
– Protheses van gehandicapten
– Speelgoed
– Allerlei kledingstukken en huishoudelijke spullen
Al deze spullen waren van mensen. Waar zijn zij?
Ze zijn hier omgekomen, in het gruwelijke vernietigingskamp dat door de nazi’s werd ingericht.
Vanuit heel bezet Europa: Nederland, Frankrijk, Oostenrijk, Polen, Tsjechoslowakije, Rusland: kwamen treinen met mensen die ter dood waren veroordeeld. Hun enige “misdaad” was dat ze Joods waren.
Treinen met 30–35 wagons reden het kamp binnen, waarna de poorten hermetisch werden gesloten. Niemand kon ontsnappen. Er was maar één uitweg: de dood.
Het kamp was verdeeld in drie sectoren, gescheiden door prikkeldraad.
De sectoren van het kamp
– Sector 1: Hier bevond zich de administratie en de SS-garnizoen. Ook werkten hier gevangenen met specifieke beroepen, geselecteerd uit de “doodskandidaten”.
– Sector 2: Hier verbleven de Duitse bewakers.
– Sector 3: Het meest verschrikkelijke deel: hier bouwden de nazi’s een massavernietigingsfabriek, vermomd als badhuis.
Vanaf de zomer van 1940 [midden april 1942, red.] tot november 1943 [eind september 1943, red.] kwamen er dagelijks drie passagierstreinen [één of meer treinen, red.] vol uitgeputte mensen. De nazi’s hadden hen uit hun woonplaatsen weggevoerd onder het voorwendsel dat ze naar Oekraïne zouden gaan om te werken. Gezinnen reisden samen, met hun bezittingen.
Bij aankomst kregen ze te horen dat ze “op hun bestemming” waren en dat ze eerst een sanitaire behandeling zouden ondergaan, waarna ze per vrachtwagen naar hun werkplek zouden worden gebracht. Ze kregen enveloppen en papier om hun familie te schrijven dat ze veilig waren aangekomen.
Daarna werden ze naar sector 3 gebracht: kinderen, mannen en vrouwen gescheiden. Velen beseften wat hen te wachten stond. Er klonken kreten en gejammer. Mensen probeerden zich te verzetten, maar waren kansloos tegen de zwaarbewapende nazi’s.
– Mannen gingen naar het ene gebouw, vrouwen naar het andere.
– Iedereen moest zich uitkleden.
– Vrouwen werden kaalgeschoren door speciale kappers: hun haar was voor de nazi’s een “waardevol product”.
Daarna begon het ergste:
– Groepen van 800–1000 mensen werden in een gebouw gejaagd met het bord “BADHUIS”.
– De deuren werden hermetisch gesloten.
– Via speciale leidingen werd gas binnengeleid.
– Mensen stikten in gruwelijke pijn.
– Na ongeveer 15 minuten, als de meesten dood waren, openden de vloeren zich.
– De lichamen: dood en soms nog levend: werden via transportbanden naar diepe greppels gebracht en begraven.
Verbranding van lichamen
Eind 1941 [1942, red.] begonnen de lichamen te ontbinden, wat leidde tot een verschrikkelijke stank. Toen brachten de nazi’s twee graafmachines om de lichamen op te graven en te verbranden op brandstapels. Ook nieuwe slachtoffers uit de gaskamers werden hier verbrand.
– De nazi’s hadden grote hoeveelheden hout opgeslagen.
– Bezittingen van de slachtoffers werden gesorteerd:
– Waardevolle spullen gingen naar Duitsland
– De rest werd verbrand of hergebruikt
Het kamp bestond tot november 1943.
Toen [eind september 1943, red.] arriveerde een trein met krijgsgevangen Rode Legersoldaten en Joden uit Minsk. De Sovjetgevangenen rebelleerden, doodden 16 bewakers [twaalf SS’ers en twee bewakers, red.], namen hun wapens en bevrijdden meer dan 300 mensen [zie: opstand-in-sobibor]
De volgende dag kwamen veel nazi’s naar het kamp. Ze organiseerden een klopjacht op de ontsnapten: sommigen werden gepakt, anderen wisten te ontsnappen.
Daarna liquideerden de nazi’s het kamp:
– Bezittingen werden afgevoerd
– De gaskamer werd afgebroken
– Graven en greppels werden geëgaliseerd
– Het terrein werd vol geplant met sparren
Maar de nazi’s konden de sporen van hun misdaden niet verbergen.
Getuigen
– Abram Kohn, 38 jaar, uit Łódź, handelaar
– Ursula Stern, 18 jaar, Nederlandse uit Utrecht
– Israel Trager, 37 jaar, uit Chełm, kleermaker
Zij wisten te ontsnappen en getuigen nu van de gruweldaden die de nazi’s in Sobibor pleegden.
Ook lokale bewoners, zoals MIKOŁAJ BOJ TALŻ uit het dorp Małoziemce, bevestigen de wreedheden. Hij bezit een paspoort met verbrande vingerafdrukken, uitgegeven door de nazi’s.
Honderdduizenden mensen: van alle leeftijden, beroepen en achtergronden: zijn in Sobibor uitgeroeid. Voor hun lijden en dood zullen de nazi’s verantwoording moeten afleggen.
Getuigenverklaring vastgelegd door:
– Kapitein Moskalenchi, senior instructeur van het politieke departement van de NKVD-troepen [Het Volkscommissariaat voor Binnenlandse Zaken, dat verantwoordelijk was voor de binnenlandse veiligheid en de opsporing van “vijanden” in het binnen- en buitenland, red.].
– Vitenzon, persinstructeur
– Foto’s: sergeant KrasnokutskiOndertekend door:
– Plaatsvervangend hoofd van het politieke departement van de NKVD-troepen van het 1e Wit-Russische Front
Luitenant-kolonel Volski
Datum: 19 augustus 1944



