Op 20 mei 1943 melden ongeveer 750 Joden zich bij het gebouw van de marechaussee aan de Polderweg 92 bij het Muiderpoortstation in Amsterdam. Ze geven gehoor aan de beschikking van Rauter, hoofd van de Duitse SS en de politie, dat er geen Joden meer zonder toestemming in Amsterdam mogen verblijven. Alleen Joden met een zogenaamde Sperre, een bewijs van uitstel, mogen langer blijven. Dat gold niet voor Heintje en Salomon Wegloop. Zij zagen geen andere optie dan zich op 20 mei te melden aan de Polderweg. Wie waren zij?

Heintje Walvis en Salomon Wegloop woonden bij elkaar om de hoek in de Transvaalbuurt (Amsterdam-oost). Salomon was knecht bij zijn vader Jacob, die volgens de marktkaarten in het Stadsarchief van Amsterdam groentehandelaar was én, volgens zijn persoonskaart, ook als loper in een diamantslijperij werkte. Zij woonden op Tugelaweg 114 III.
Heintje Walvis was een dochter uit het tweede huwelijk van lompenhandelaar Hartog Walvis en Elisabeth Maria Duijf (overleden in 1934) en woonde op de Ben Viljoenstraat 5 II.

Op 8 april 1942 Zijn Heintje Walvis en Salomon Wegloop getrouwd in Amsterdam. Zij trokken in bij de vader van Heintje.

In 1942 werd de Transvaalbuurt tot tweede concentratiegebied ‘Judenviertel Zwei’ aangewezen. Voor de overwegend Joodse bevolking brak een dramatische tijd aan.
De vader van Heintje, Hartog Walvis, is samen met zijn derde vrouw, Sientje de Boer, op 5 oktober 1942 naar Auschwitz gedeporteerd. Sientje is op 8 oktober vermoord. Hartog werd na aankomst geselecteerd en komt op 7 februari 1945 om het leven in concentratiekamp Gross-Rosen.

De ouders van Salomon zijn op 25 september 1942 naar Westerbork getransporteerd en aansluitend op 28 september naar Auschwitz. Schoontje Wegloop-Wijnschenk werd direct na aankomst op 1 oktober 1942 vermoord in Auschwitz. Jacob Wegloop werd geselecteerd na aankomst en vermoord op 31 januari 1943 in Auschwitz. Daags ervoor is zijn kleinzoon geboren, die zijn naam krijgt. Hij zou het alleen nooit weten…

Op 20 mei 1943 meldden Heintje en Salomon zich voor transport naar Westerbork bij de Marechausseekazerne aan de Polderweg 92 vlakbij het Muiderpoortstation. Van de 7000 joden die zich die dag moesten melden, verschenen er tot grote irritatie van de Duitsers maar ongeveer 750 en andere bronnen noemen er slechts 500. Rauter is uitermate ontevreden over de lage opkomst op 20 mei en al een paar dagen later hielden de Duitsers een grote razzia in het centrum van Amsterdam.

In het doorgangskamp Westerbork verbleven Salomon en Heintje twee maanden in barak 55.

Op 13 juli 1943 zijn ze samen met het 18e transport naar het vernietigingskamp Sobibor gedeporteerd, waar ze op 16 juli 1943, direct na aankomst, zijn vermoord.

Heintje en Salomon werden 4 maanden voor hun gedwongen vertrek uit Amsterdam op 30 januari 1943 de trotse ouders van een zoon: Jacob Wegloop.

Jacob werd vóór 20 mei 1943 in de onderduik gebracht, overleefde de oorlog en werd opgenomen in het gezin van Maurits en Sibilla Allegro. Hij stierf in 2011.
Zie ook: www.stadsherstel.nl/nieuws/jacob-wegloop-het-oorlogsweeskind

 

 

 

 

 

Bronnen:

  • Arolsen Archives
  • Stadsarchief Amsterdam
  • Joods Historisch Museum
  • Stadsherstel Amsterdam
  • Delpher