“Een onverschrokken en onvermoeibaar vechter om de oorlogsherinnering levend te houden.” Zo werd Jules Schelvis betiteld door Jet Bussemaker, voormalig staatssecretaris van VWS, toen zij het op 28 april 2010 het eerste exemplaar van Schelvis’ boek Ooggetuigen van Sobibor in ontvangst nam. Als geen ander heeft Jules Schelvis al heel lang veel voor de herinnering aan Sobibor betekend, zei Bussemaker, die erop wees dat in veel gevallen de interviews in zijn nieuwe boek al twintig jaar geleden zijn gemaakt.

Naast de persoon van de auteur noemde Jet Bussemaker de noodzaak om Sobibor en alles wat daar is gebeurd te blijven herinneren als reden om het boek in ontvangst te nemen. Sobibor heeft lange tijd weinig aandacht gehad, zo zei ze, om een even gruwelijke als reële reden: het vernietigingskamp was zo ‘succesvol’ dat bijna niemand het kon navertellen.
Bussemaker vertelde over haar bezoek aan Sobibor in 2009. “Dat heeft een onuitwisbare indruk op me gemaakt. Ik kan me geen desolatere plek voorstellen.” Ze sprak over de gedenkstenen uit het communistische tijdperk “waar iedereen slachtoffer was, en niemand, dus ook Joden niet, in het bijzonder”. De zogenaamde Himmelfahrtstrasse met de gedenkstenen voor vele Nederlandse slachtoffers noemde ze indrukwekkend.
“Ik voel me, zeker sinds mijn bezoek, persoonlijk verantwoordelijk om van Sobibor een waardige gedenkplaats te maken”, zo refereerde Bussemaker aan het internationale overleg dat over Sobibor gaande is. “Helaas ben ik geen staatssecretaris meer en is mijn Poolse collega, met wie ik vorig jaar goede afspraken had gemaakt, onlangs bij het vreselijke vliegtuigongeluk bij Smolensk om het leven gekomen. Maar ik weet zeker dat anderen het stokje over zullen nemen, met de grote inzet en steun van de Stichting Sobibor.”
“Sobibor is de laatste tijd meer in de belangstelling gekomen, door het proces tegen Demjanjuk, de komst van Selma Engel naar Nederland en nu de verhalen van betrokkenen bij de opstand in Sobibor opgetekend door Jules Schelvis. Dat alles draagt bij om Sobibor niet te vergeten en de slachtoffers te herdenken. Zo kunnen we voor toekomstige generaties de oorlog een plek blijven geven, in het besef dat gruwelijkheden zoals die toen hebben plaatsgevonden zich nooit meer mogen herhalen”, zo besloot Bussemaker.